Skip to main content
Nieuws uit de regio

Persoonlijk contact is essentieel in vso en entreeonderwijs, zeker in coronatijd

Datum: 28 juni 2021

Tekst: Arjan Dijkema
Foto: Peter Timmer

Veel studenten van het voortgezet speciaal onderwijs (vso) van De Ambelt en de entreeopleidingen van Deltion College en StartCollege hebben door corona een achterstand opgelopen. Vanwege de pandemie konden de onderwijsinstellingen namelijk niet altijd het persoonlijke contact en begeleiding bieden die juist zo belangrijk zijn voor jongeren die zich in een kwetsbare situatie begeven. Een gesprek met Aernoud Hoogendijk, algemeen directeur van De Ambelt, Henri van Werven, directeur van StartCollege, en Anne Hulzebosch, directeur bij Deltion College.

Waar middelbare scholieren, hbo- en wo-studenten in beide lockdowns in de meeste gevallen niet naar school mochten, kregen vso-leerlingen en studenten van de entreeopleidingen wel deels fysiek les. Voor die groep is persoonlijk contact essentieel. ‘Onze studenten hebben moeite om mee te komen in het reguliere onderwijs en op de arbeidsmarkt’, vertelt Hulzebosch. ‘Wij bieden hen daarom veel aandacht op het gebied van persoonsvorming en socialisering zodat ze uiteindelijk de stap naar economische participatie kunnen maken’, vult Van Werven zijn collega aan. Hoogendijk: ‘Studenten hebben op verschillende gebieden een verschillende ondersteuningsbehoefte. Het is echt maatwerk.’

Cadeautje

Dat studenten met cognitieve beperkingen of gedragsproblematiek toch naar school mochten, zorgde soms voor lastige vragen. Hulzebosch: ‘Waarom worden wij kwetsbare jongeren genoemd? En als wij kwetsbaar zijn, waarom moeten wij juist dan in coronatijd naar school? Leg dat maar eens uit aan studenten.’ Van Werven kreeg dezelfde vragen tijdens een studentenpanel: ‘Entreestudenten gaven toen zelf aan de structuur en het contact met hun docent nodig te hebben om te leren. En dat daarbij face-to-face beter werkt dan online. Dat inzicht was echt een cadeautje voor mij.’

Passie

Doordat er minder ruimte was voor fysieke contactmomenten nam het online contact juist enorm toe. Van Werven: ‘Docenten staan nu de hele dag aan. Studenten appen nu veel met een docent, ook ‘s avonds. Docenten zeggen: ‘Dat vind ik niet erg, hierdoor krijg ik de kans om iemands talent te ontwikkelen. Vanuit hun passie zijn ze zo betrokken. Dat vergt veel van mensen. Daar schuilt ook een gevaar.’ Hulzebosch en Hoogendijk sluiten zich daarbij aan. ‘Mijn collega’s ondernamen heel veel acties, tot huisbezoeken aan toe. Dat waardeer ik enorm’, vertelt Hoogendijk. ‘Daardoor is de belasting voor zowel docenten als studenten alleen wel toegenomen. Ik zie dat als een extra opgave van het corona-geheel.’

Stages

De Start.Route, een pilot waarmee Deltion College en Landstede vorig jaar zijn gestart, merkte vooral dat het voor veel studenten lastig was om een stage- of werkervaringsplek te krijgen. ‘Onze opleidingen zijn veel gericht op de horeca, detailhandel en ondersteuning in de zorg. Juist in die sectoren waren er geen stageplekken’, vertelt Van Werven. ‘Een groep studenten moet daarom nu een inhaalslag maken. Dan is het wel belangrijk dat de vraag op de arbeidsmarkt weer groeit. Want onze studenten zijn de eerste die zonder baan komen te zitten. Daarom hebben we bij Start.Route nu een doorleercoach en een doorwerkcoach ingezet. Daar kunnen studenten ook na hun schooltijd terecht voor vragen, dat geldt ook voor hun werkgevers. Zo willen we voor duurzame participatie zorgen.’

Contrastvloeistof

Hoogendijk omschrijft corona als een soort contrastvloeistof. ‘Corona heeft goed in beeld gebracht wat er eigenlijk speelt voor onze studenten op de arbeidsmarkt. Daarom moeten we dit moment met zijn allen aangrijpen om te kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat onze studenten, die een grote groep Nederlanders vertegenwoordigen, kunnen blijven meedoen op onze arbeidsmarkt. Doordat we steeds bredere banen krijgen met hogere opleidingseisen zetten we deze groep buitenspel. Dit is het moment om de vervolgstappen te zetten die brood- en broodnodig zijn voor een integrale aanpak in onze functiehuizen, ook in Regio Zwolle. Daar moeten we met zijn allen bewust van zijn.’

Maatschappelijk betrokken

Hulzebosch ziet al kleine lichtpuntjes ontstaan. ‘Grote Nederlandse en Europese bedrijven verhuisden jaren geleden hun productielijnen naar China, Bangladesh en andere lagelonenlanden. Die bedrijven kiezen er steeds vaker voor om weer terug te keren: ‘reshoring’. Die ontwikkeling is belangrijk voor onze doelgroep.’ Hulzebosch ziet wel een ander probleem. ‘In de ict en administratie verdwijnen banen door robotisering en technologisering. Maar onze studenten, de mensen die straks die banen invullen, verdwijnen niet. Dat los je niet op door hen bijvoorbeeld een basisinkomen te geven, zoals nu wel eens geopperd wordt. Mensen moeten juist maatschappelijk betrokken worden, want het gaat erom dat iedereen het gevoel heeft dat hij of zij erbij hoort.’