Van orthopeed naar basisarts
Datum: 7 januari 2020Statushouder Qais Alsahwi vluchtte vanuit zijn geboorteland Syrië via Jemen naar Nederland. Hij is orthopeed en wil in Nederland aan de slag in zijn specialisme. Omdat de Syrische diploma’s in Nederland anders worden gewaardeerd, moest hij eerst een medisch examen afleggen.
‘In Syrië ben ik aan de universiteit opgeleid tot orthopeed. Ik doe bijvoorbeeld operaties aan spieren, gewrichten, pezen en de wervelkolom. Vanwege de oorlog moest ik een jaar na mijn afstuderen vluchten. Ik ging naar Jemen. Daar heb ik als zelfstandig orthopeed gewerkt. Maar na zes maanden was het daar ook oorlog. Dus ben ik naar Nederland gevlucht. Van begin af aan deed ik mijn best om Nederlands te leren. Ik herinner me nog dat de COA-medewerker in het AZC in Doetinchem vroeg, ‘hoe worden de letters ‘au’ samen uitgesproken?’ Hij kneep me in mijn arm en zei ‘zo zal je die nooit vergeten’. Twee jaar daarna haalde ik mijn NT2-examen en mocht ik met de medische procedure beginnen. Anderhalf jaar later was ik klaar en moest ik van de examencommissie drie maanden als basisarts onder supervisie werken. Daarna kan ik mijn BIG-registratie aanvragen, wat nodig is voor een baan. Ik ben nu aan het solliciteren.
Opereren moet je niet verleren
Ik vind de procedure om als buitenlandse arts in Nederland aan de slag te kunnen best lang. Hoe sneller ik weer als chirurg kan werken, hoe handiger ik blijf. Opereren moet je niet verleren. Wat ik mooi vind aan Nederland, is dat je hier naast je werk wetenschappelijk onderzoek kunt doen en bijscholing kunt volgen. Dat zijn kansen om je te ontwikkelen.’