Van kas naar kassa
Datum: 11 juni 2019‘Een bedrijf, een huis en een auto hebben, maar het financieel toch echt niet eenvoudig hebben’, zo omschrijven Richard en Annet Kalter hun situatie van tien jaar geleden. Het ondernemersechtpaar gooide het roer om en daar plukken ze nu letterlijk en figuurlijk de vruchten van, in hun aardbeienkwekerij én winkel met streekproducten in IJsselmuiden. ‘Hoe minder je verdient, hoe creatiever je wordt.’
Onder hun eigen naam ‘Kalter aardbeien van Richard en Annet’, verkoopt het koppel aardbeien aan groothandels en groenteboeren. In de kas van Kalter tref je bij binnenkomst echter niet direct de kratten aardbeien op transportkarren, maar eerst een winkel met veel meer dan alleen aardbeien: delicatessen, biologische producten, kaas, wijn, chocolade en cadeauverpakkingen met lekkers. Zo was het niet altijd; Richard en Annet – al meer dan 30 jaar een koppel en al 25 jaar compagnons – begonnen met puur en alleen de tuinderij.
Hoe minder je verdient, hoe meer je verandert
Richard Kalter
Winkel
Vanaf 2008 – de economische crisis – krijgen ze het net als vele andere kleine familiebedrijven voor hun kiezen. ‘In de crisistijd golden slechte prijzen voor de aardbeien. We hadden een bedrijf, een huis en een auto; voor de buitenwereld leek het allemaal prima te zijn, maar we verdienden niet. Onze dochter was jarig, maar we konden geen taart halen’, zegt Annet. ‘Ons vermogen zat vast in ons spul’, vult Richard aan.
Toen belde de bank, met een plan om de zaak nieuw leven in te blazen. ‘Mooi dat jullie zo’n goede naam hebben, maar het vermarkten van die naam, dat moet beter’, luidde de boodschap. De adviseur van de bank kwam langs en tekende met stoepkrijt op de grond de afmetingen van een winkel bij de kas. Binnen een paar maanden verkochten Richard en Annet er aardbeien, groenten, fruit, sap, chocolade en jam. ‘De combinatie tuinderij en winkel bleek onze redding’, zegt Annet. ‘We hebben nu een gezond bedrijf.’
Transitie
‘Een transitie’ noemt Annet het. Want niet alleen het bedrijf werd letterlijk en figuurlijk anders ingericht, ook zij en haar man Richard veranderden. Een stap in die ontwikkeling was de deelname aan een leergang voor agrariërs bij de Een Leven Lang Leren Academie (ELLLA). ‘Het was goed om met gelijkgestemden te praten. In die gesprekken ontstond ook het idee om het aardbeienthema nog verder door te voeren. Nu kunnen gasten hier ook zelf aardbeien plukken, een aardbeiengebakje bij de koffie bestellen, met hun kinderen naar de aardbeienspeeltuin gaan en kinderfeestjes in de kas organiseren’, zegt Annet.
Niets is wat het lijkt
In de sessies bij ELLLA werden over en weer ook vooroordelen beslecht. ‘Als je elkaar beter kent, en open in gesprek bent, zie je dat niets is wat het lijkt. Welke vooroordelen over ons de wereld uit zijn geholpen? Dat het ons geen moeite kost, met al die aardbeien die hier groeien. De realiteit is dat het voor ons ook een wedstrijd is’, zegt Richard. ‘Net als in ieder ander bedrijf. Mensen weten dat zo’n bakje 3,50 euro kost, zien de kas vol aardbeien hangen en dan denken ze dat het geld ons over de klompen loopt. Wat mensen niet zien, is dat we maar twee keer per jaar een week of vijf veel aardbeien hebben. Er groeit ook tijden niks of weinig. Juist dan is de prijs vanwege de schaarste hoog, maar dan is er geen volume om te verkopen.’
Om dingen voor elkaar te krijgen, moest ik mondiger worden
Annet Kalter
Drijvende kracht
Op de vraag wat nu echt de drijvende kracht achter de grote verandering is geweest, antwoordt Richard zonder twijfel: ‘de portemonnee. Hoe minder je verdient, hoe meer je verandert. Als je op de pinautomaat de melding krijgt ‘Uw saldo is niet toereikend’, nou, dan knap je wel op hoor’, zegt hij, doelend op de creativiteit die dan ontstaat. ‘Het was tien jaar geleden een moeilijke tijd, maar we zijn er als bedrijf beter van geworden.’ ‘En als mens ook’, vult Annet aan. ‘Om dingen voor elkaar te krijgen, moest ik mondiger worden. Bijvoorbeeld om de winkel te mogen uitbreiden. Daar ben ik van gegroeid. Vroeger was ik verlegen, nu geef ik rondleidingen voor honderd man.’