Brief aan minister Van Gennip
Datum: 3 juli 2023De urgentie van het blijven leren en ontwikkelen is groot door de ongekende krapte op de arbeidsmarkt. Maar ook door de energietransitie, de omslag naar circulariteit, digitalisering, robotisering en grote opgaven als de woningbouw. Dat vraagt dat we talent zoveel mogelijk benutten en werk maken van een leer- en ontwikkelcultuur. Hier ligt een gezamenlijke opgave voor Rijk én regio.
We begrijpen dat het kabinet in deze tijden waarin middelen schaars zijn keuzes heeft moeten maken en, na de al eerdere afschaffing van de fiscale aftrekpost scholingsuitgaven, heeft moeten besluiten om ook het STAP-budget te beëindigen. Deze bezuinigingen beperken de toegankelijkheid voor werkenden en werkzoekenden tot ontwikkel- en scholingsmogelijkheden. Het mogelijk maken van een leven lang ontwikkelen is geen luxe, maar een keiharde noodzaak. Omdat de gevraagde vaardigheden van morgen anders zijn dan die van vandaag. Omdat de banen van morgen mogelijk niet meer bestaan door toegepaste innovatie en andere banen juist vragen om de inzet van gekwalificeerde vakkrachten.
Elke euro die wordt geïnvesteerd in scholing en ontwikkeling wordt bovendien dubbel en dwars terugverdiend door een hogere arbeidsproductiviteit. Ervaringen uit onze regio’s tonen dat aan.
We zijn blij dat er binnen kabinet en Kamer wel aandacht is voor het vraagstuk. Het kabinet heeft aangekondigd te starten met een interdepartementale toekomstverkenning van beleidsopties om leven lang ontwikkelen te blijven versterken. We zien tegelijkertijd vanuit diverse departementen de wens om voor specifieke sectoren te investeren in voldoende en passend geschoolde vakkrachten.
We zijn als regio’s bereid het voortouw te nemen in de gezamenlijke opgave van het (verder) versterken van de leer- en ontwikkelcultuur en nodigen, via u, het Rijk uit met ons mee te doen. Benut de regionale arbeidsmarktinfrastructuur, zodat we samen blijvend werk kunnen maken van het om- en bijscholen van onze inwoners. Samen zijn we effectiever en efficiënter.
Regionale arbeidsmarktaanpakken: bewezen succesvol
Dat een sterke arbeidsmarktinfrastructuur impact kan maken, tonen meerdere regionale succesvolle arbeidsmarktaanpakken aan. In landsdeel Oost hebben de regio’s Zwolle, Twente, Veluwe-Stedendriehoek en Achterhoek, met steun van de provincies Gelderland en Overijssel, al meer dan 14.000 inwoners succesvol kunnen ondersteunen in hun ambitie om bezig te gaan met vakgerelateerde scholing. De scholing is getoetst op arbeidsmarktrelevantie en sluit daardoor aan op de behoeften van werkgevers. Op 24 mei is een ambtelijke ministeriële delegatie bij ons in de regio op werkbezoek geweest. Zij hebben kennisgenomen van de regionale aanpakken die de menselijke maat vooropstellen: persoonlijk, bereikbaar en aansprekend voor inwoners en ondernemers.
Deze regionale arbeidsmarktaanpakken bestaan uit financiering en, minstens zo belangrijk, uit persoonlijke ondersteuning: wie is degene die zich meldt, wat is zijn of haar ambitie, welke vaardigheden zijn er al en welke scholing en ontwikkeling kan aanvullend geboden worden. Om zo een werkzoekende of werkende te helpen met het versterken van de arbeidsmarktpositie. De brede regionale arbeidsmarktinfrastructuur is tot stand gekomen met ondernemers, onderwijs, UWV, gemeenten en provincies. Samen hebben we een laagdrempelig aanbod gerealiseerd. Werkenden, werkzoekenden en werkgevers maken gebruik van het regionaal beschikbare aanbod, ongeacht waar zij zich melden, en hebben geen last van verschillende loketten, instanties of financiering.
Met onze bewezen effectieve arbeidsmarktaanpakken maken we als regio’s werk van een sterke leer- en ontwikkelcultuur.
Als Regio Zwolle, Twente, Veluwe-Stedendriehoek en Achterhoek roepen we het kabinet op om samen met ons deze handschoen op te pakken en serieus werk te maken van permanente toegang tot scholing. Immers: een leven lang ontwikkelen is de basis voor het realiseren van alle kabinetsplannen: zonder voldoende en passend geschoolde vakkrachten, staat de realisatiekracht van nationale ambities blijvend onder druk.
De inbreng die we daarbij vanuit het Rijk vragen is:
- Het ontschotten van bestaande budgetten en het bieden van experimenteerruimte voor laagdrempelige verantwoording;
In de regio stellen we inwoners en ondernemers centraal, niet de regeling. Dit vergt ontschotting tussen de nu meer dan 80 regelingen van 5 ministeries met allemaal een eigen doorlooptermijn en verantwoordingssystematiek. Het zal leiden tot vermindering van regeldruk en administratieve lasten. Zodat de middelen daar terecht komen waar ze het meest nodig zijn: bij de mensen zelf. - Lange termijn commitment en een meerjarige financiële bijdrage; Investeer als Rijk structureel in de regio, daar hebben we immers ervaring met wat goed en minder goed werkt. Het is belangrijk om wat goed werkt te kunnen doorzetten. Dit gebeurt nu echter vaak met incidentele regelingen. Maak de financiering voor uitvoeringskracht en scholing structureel.
Daarbij geven we in overweging om middelen elders uit de Rijksbegroting te benutten om de ambities op het gebied van leven lang ontwikkelen komende jaren te financieren. Een oplossing binnen de begroting kan bijvoorbeeld mede gevonden worden in een deel van het Klimaatfonds. Immers een randvoorwaarde voor een ambitieus klimaatbeleid is het hebben van voldoende vakmensen. Of in het Nationaal Groeifonds, dat als doel heeft om te zorgen voor economische groei. Het Groeifonds-initiatief HC-NL sluit hier naadloos op aan. Als regio’s werken we samen met de provincies Overijssel en Gelderland mee aan de aanvraag voor HC-NL, waarbij we kunnen bouwen op de rijke ervaring vanuit onze regionale aanpakken. - Creëer beleids- en ontwikkelruimte voor een integrale aanpak;
Maak regionaal maatwerk op het snijvlak van economie-onderwijs-arbeidsmarkt mogelijk. Landelijk moeten de kaders worden geleverd (het wat), maar laat de uitvoering (het hoe) aan de regio’s zodat goed kan worden aangesloten op de bestaande regionale infrastructuur om inwoners en ondernemers te bereiken.
Want willen we in Nederland ook straks ons brood verdienen en voor brede welvaart zorgen, dan hebben we daar de beroepsbevolking van de toekomst voor nodig. Dat vraagt een continue investering in leven lang ontwikkelen en een infrastructuur waar vraag en aanbod van scholing en begeleiding bijeen komen voor al onze inwoners, werkenden en werkzoekenden. Het is een forse ambitie, maar we hebben regionaal aangetoond dat het kan! Als regio’s in Oost-Nederland gaan we onverminderd door met het om- en bijscholen van onze inwoners. Sluit als Rijk hierop aan!